Alles over zilvervisjes
Algemeen
Het zilvervisje komt zeer algemeen in gebouwen voor. Echter is dit vaak in geringe aantallen. Het zilvervisje wordt snel verward met het papiervisje waarmee hij een sterke gelijkenis vertoont. Het is echter van belang dat de juiste soort wordt vastgesteld omdat beide soorten totaal verschillende eisen stellen aan de relatieve luchtvochtigheid van de omgeving waarin ze voorkomen en de bestrijding van deze beide soorten van elkaar verschilt. Het zilvervisje prefereert een vochtige omgeving (rel. vochtigheid 75% en meer) en wordt derhalve vaak in ruimtes zoals de badkamer aangetroffen of op plaatsen waar de luchtvochtigheid hoog is. Denk hierbij aan lekkages of bouwtechnische problemen (doorslaande muren) of het hoge vochtigheidsgehalte in slecht geventileerde kruipruimten. Het zijn lichtschuwe dieren die overdag verscholen leven. Zij voeden zich vooral met koolhydraten, zoals zetmeel, vochtige granen en meel, maar vooral ook stijfsel en bepaalde lijmen. Zilvervisjes kunnen enige maanden zonder voedsel leven. Zilvervisjes komen zeer algemeen voor en kunnen op allerlei manieren met producten en materialen in huis gehaald worden. De eitjes worden veelal afgezet van april tot augustus op een daarvoor geschikte voedingsbodem, maar ook wel in naden en kieren. Het wijfje legt de eitjes steeds in kleine aantallen bij elkaar, in totaal tot ca. 150. Bij 25C en een relatieve luchtvochtigheid van 75% komen de eitjes na z’n 28 dagen uit. Een zilvervisje leeft gemiddeld 2 tot 3 jaar.
Schade
Schade van enige betekenis veroorzaakt door zilvervisjes komt slechts voor wanneer ze in grote aantallen voorkomen. In grote aantallen kunnen ze schade veroorzaken aan o.a. papier, behang, boeken, kleding en synthetisch materiaal.
Wering
Preventieve maatregelen zijn onontbeerlijk. Goede bouwkundige voorzieningen aan de buitenzijde en binnen in de gebouwen bemoeilijken het zilvervisje een goed leefmilieu te vinden. Een lage luchtvochtigheid (50% of lager) is noodzakelijk om het zilvervisje uit te roeien. Dit kan o.a. door het droogstoken van de betreffende ruimten; het ventileren bij droge weersomstandigheden en het verbeteren van de ventilatie in kruipruimtes en kelders. Het dichten van naden en kieren bemoeilijkt verspreiding. Het dient aanbeveling om voorraden levensmiddelen in goed afgesloten bussen te bewaren.
Het zilvervisje prefereert een vochtige omgeving (rel. vochtigheid 75% en meer) en wordt derhalve vaak in ruimtes zoals de badkamer aangetroffen of op plaatsen waar de luchtvochtigheid hoog is.
De eitjes worden veelal afgezet van april tot augustus op een daarvoor geschikte voedingsbodem, maar ook wel in naden en kieren. Het wijfje legt de eitjes steeds in kleine aantallen bij elkaar, in totaal tot ca. 150. Bij 25C en een relatieve luchtvochtigheid van 75% komen de eitjes na z’n 28 dagen uit. Een zilvervisje leeft gemiddeld 2 tot 3 jaar.
Zij voeden zich vooral met koolhydraten, zoals zetmeel, vochtige granen en meel, maar vooral ook stijfsel en bepaalde lijmen. Zilvervisjes kunnen enige maanden zonder voedsel leven. Zilvervisjes komen zeer algemeen voor en kunnen op allerlei manieren met producten en materialen in huis gehaald worden.
Bestrijding van zilvervisjes
Het is bij grotere overlast mogelijk om het gehele pand/ruimte tegen zilvervisjes te laten behandelen. Na een grondige inspectie door de bestrijdingsdeskundige in het pand/ruimte worden alle naden en kieren behandeld met een residueel werkend bestrijdingsmiddel. Bestrijdingsactie levert alleen het gewenste resultaat als er in de gunstige omstandigheden voor het zilvervisje verandering word aangebracht. Deze verandering bestaat o.a. uit het beter ventileren en daardoor het omlaag brengen van de luchtvochtigheid.